Concept, actie, muziek, poëzie, taal en wetenschappelijk onderbouwde benaderingen in plaats van traditionele schilderijen en sculpturen: het uitgebreide kunstbegrip van de intermediale Fluxus-beweging vormt de basis van het uitgebreide kunstbegrip van Joseph Beuys. Als supranationaal netwerk had het Fluxus-collectief vanaf 1962 elke conventionele vorm van academische en institutionele verstarring doorbroken en de ontvangers als vrije, zelfbepalende, creatieve individuen centraal gesteld. Voor Beuys betekende het vroege contact met de onorthodoxe intellectuele groep bevrijding uit de ‘esthetische dwangbuis’, interdisciplinaire communicatie, toegang tot de publieke, maatschappelijke en politieke ruimte.
Beuys werd pas Beuys door Fluxus. In de jaren 1962-1964 vond er een beslissende ommekeer plaats in het werk van de kunstenaar, die tot dan toe als beeldhouwer en tekenaar had gewerkt: met betrekking tot de keuze van zijn media (acties, later multiples), materialen en methoden, waaronder ook zijn offensieve omgang met de media. In zijn omgang met Fluxus-inhoud ontwikkelde Beuys een geheel eigen strategie: begrijpen, zich eigen maken, samenwerken en transformeren.
De tentoonstelling beschouwt de kunstenaar niet, zoals zo vaak, als een solitair fenomeen, maar plaatst hem in een open, collaboratieve context. Daarin spelen kunstenaarsvrienden en -collega's zoals Fluxus-initiatiefnemer George Maciunas, Nam June Paik en de Deense Fluxus-connectie (Arthur Køpcke, Henning Christiansen) een bijzondere rol.
Binnen een chronologische structuur worden hoogtepunten belicht: op de vroege vormende Fluxus-jaren (1962-1964), op Beuys' acties met Paik en Christiansen (1967-1985) en op de tijd van de studentenbeweging, toen in de omgeving van de Kunstacademie van Düsseldorf de anti-autoritaire emancipatorische Fluxus-impuls werd gereactiveerd door kunstenaars als Robert Filliou, Daniel Spoerri en Dieter Roth nieuw leven werd ingeblazen (1968-1974).
Het project, dat archiefstukken en werken, concepten en foto's, audio- en videomateriaal samenbrengt, combineert het documentaire met het gebeurtenisgerichte en experimentele.
Bij de tentoonstelling verschijnt een begeleidend boekje, dat werd gesponsord door de Anton-Betz-Stiftung der Rheinischen Post e.V.
Tentoonstellingsarchitectuur: Dagmar von der Ahe, Frieda Hünsch en Luisa Mowitz (bouwkunde, Kunstacademie Düsseldorf) in samenwerking met Susanne Rennert
23.11.2025: Openingsperformance van de klas van Danica Dakić (film en video, Kunstacademie Düsseldorf), geïnspireerd door Robert Filliou: Ample Food For Stupid Thought (1965)
Samengesteld door Susanne Rennert